't Keltisch Draakje
Studenten over: Middeleeuws roasten
(Door Brigitta Emonds, tweedejaars student; afbeeldingen pixabay.com)
Ro-cúala
ní tabair eochu ar dúana;
do-beir a n-í as dúthaig dó,
bó.
I have heard
that he gives no steeds for poems;
he gives what is native to him,
a cow.
-vertaling: Gerard Murphy (in Early Irish Lyrics, 1956, p. 90-91)
Dit Oudierse gedichtje is geschreven door een dichter die duidelijk ontevreden was over de vrijgevigheid van een cliënt. Paarden waren veel waard en werden geassocieerd met de elite, maar koeien werden geassocieerd met de lagere klasse. De dichter had meer verwacht.
Als reactie op deze vrekkigheid heeft hij dus een pakkend satirisch gedichtje gecreëerd – het Oudierse equivalent van iemand roasten op het internet. Goede satire blijft hangen, en het gebruikte metrum (met maar één lettergreep in de laatste regel) geeft nog eens extra nadruk aan de belediging.
De dichter had overigens wel een reden om niet al te blij te zijn met deze vrekkigheid. Gedichten waren bijzonder, en daarnaast nog eens erg ingewikkeld om te maken, dus als een dichter veel tijd gestoken had in het creëren van een lofgedicht voor zijn opdrachtgever (een heer of ander belangrijk persoon), verwachtte hij daar wel wat voor terug. Men geloofde dat goed geschreven gedichten zo krachtig waren dat ze invloed hadden op de werkelijkheid, en een scherpe satire kon zelfs blaren in iemands gezicht veroorzaken.
In de vertaling hieronder is geprobeerd om de boodschap te bewaren en in ieder geval een beetje bij de originele vorm in de buurt te blijven:
Mij is verteld
Vraag voor werk van hem geen geld
Hooguit krijg je wat hij kent:
Een krent.
Of misschien wel:
Deze gierigaard
Geeft voor een gedicht geen paard
Hooguit krijg je een koe
Boe ¬_¬