Keltisch

't Keltisch Draakje

Kelten in het Wild: Ranke de Vries

In de serie ‘Kelten in het Wild’ laten we alumni van de opleiding aan het woord over hoe het hen vergaat in het wild: wat vonden zij ervan om Keltisch gestudeerd te hebben en hoe heeft dat hun verdere levensloop beïnvloed? Voor onze zesde aflevering: Ranke de Vries, afgestudeerd in 1998.

Mijn moeder zei altijd: ‘Kind, je moet iets gaan studeren dat je leuk vindt, want daar kun je goed in worden.’ Dus toen ik me als eerstejaars studente klassieke talen in Nijmegen ineens realiseerde dat ik eigenlijk helemaal geen leraar Grieks en Latijn wilde worden (wat tot dan toe het plan was), besloot ik om over te stappen naar Utrecht. In die tijd kreeg je na één jaar studie een propedeutisch diploma, en dat kon ik gebruiken om in Utrecht de opleiding Mediëvistiek te gaan volgen. Keltisch bestond toen ik begon alleen als specialisatie, maar dat werd uitgebreid toen ik daar was. Het was fantastisch – vooral het leren van de talen, en dan liefst zo uitdagend mogelijk. Mijn lievelingsvakken waren een college van Doris Edel waarin we werkten aan het transcriberen van handschriften (met foto’s), en een soort werkgroepje met een paar medestudenten, waar we in de kamer van Leni van Strien Críth Gablach vertaalden.

Ik bleef een extra jaar, zodat ik zoveel mogelijk vakken Keltisch en vakken over de middeleeuwen kon volgen, maar dat was nog steeds niet genoeg: ik besloot dan ook dat ik in Ierland wilde promoveren. Aan Trinity College Dublin, want dat leek me ideaal – de studie stond hoog aangeschreven, de universiteit lag centraal in Dublin, in de buurt van onder andere het Dublin Institute for Advanced Studies, de National Library, de Royal Irish Academy – en, ook niet onbelangrijk: ik kreeg gratis toegang tot het Book of Kells en de Long Room. Ik kon mijn geluk niet op. Ik mocht voor mijn uiteindelijke promotie-onderzoek (een editie van twee middeleeuwse teksten over Lough Neagh) aan de slag met bekende handschriften, die ik niet alleen in levenden lijve kon bekijken maar zelfs mocht aanraken. Ik kon verder alle colleges volgen die ik wilde, variërend van een eerstejaars college Ierse grammatica tot een postgraduate seminar over Iers recht dat gegeven werd door mijn toenmalige begeleider, Liam Breatnach. Dit seminar werd bijgewoond door allemaal bekende internationale keltologen. Ik was met andere studenten vele uren bezig om een paar zinnetjes te ontcijferen, en daar zat dan ineens Fergus Kelly met een schriftje met alleen een paar woordjes erin die zo alles zonder problemen kon vertalen; dat seminar was enorm leerzaam. Wat me van die hele ervaring het meeste bij is gebleven is dat de experts soms óók niet uit Oudierse zinnen kwamen. En dat gaf mij als student dan weer hoop als ik weer eens aan het worstelen was met mijn dissertatie. Ik mocht ook lesgeven (tutorials in het Oud Iers aan eerste- en tweedejaars studenten), en dat vond ik echt geweldig, en ik hoopte dat ik dat op de een of andere manier zou kunnen blijven doen.

Ik had toen het geluk om gevraagd te worden om een jaartje in Utrecht les te komen geven, bij de afdeling Keltisch. Ik begon daar in 2004, en zat daar met Bart Jaski en deelde een kantoor met Anders Ahlqvist, die eens in de zoveel tijd naar Nederland kwam om ons te helpen met lesgeven aan masterstudenten. Het was flink aanpoten, maar na een jaar werd mijn contract verlengd, en trad Peter Schrijver aan als nieuwe leerstoelhouder. Ik kon mijn geluk niet op toen ik een vaste aanstelling bij Keltisch in Utrecht kreeg, waar ik uiteindelijk bijna tien jaar gezeten heb.

Op het moment ben ik leerstoelhouder Celtic Studies aan St. Francis Xavier University, in Antigonish, Nova Scotia. Het is, net als in Utrecht, een kleine afdeling (twee mensen met vaste aanstellingen en twee mensen met een tijdelijk contract), en we hebben een eigen Bachelor en een tweejarige Masteropleiding. Ik geef zelf vooral cursussen over middeleeuws Ierland, Schotland, en Wales; mijn collega’s behandelen onderwerpen die met name te maken hebben met moderne Schots-Gaelische taal, cultuur, geschiedenis, muziek, en folklore, zowel in Schotland als in Nova Scotia, want er zijn hier nog steeds native speakers, en veel kinderen kiezen tegenwoordig Schots-Gaelisch als vreemde taal op school, waaronder onze dochter.

In mijn kantoor hier in Antigonish, links van mijn bureau, hangt een poster van Ierland, getekend in een middeleeuwse stijl. Ik heb die poster al meer dan 20 jaar geleden gekregen van Doris Edel, die hem op haar beurt in haar kantoor op Trans 10 had hangen. Die poster is steeds met me meeverhuisd: van Nederland naar Ierland, van Ierland naar de VS en weer terug; toen weer naar Nederland, en nu dus naar Canada. Zo houd ik nog altijd een stukje van Keltisch in Utrecht bij me.